Het ne bis in idem-beginsel – het verbod op dubbele bestraffing en vervolging – heeft vanuit Europa recentelijk veel aandacht gehad. In de arresten A. en B. tegen Noorwegen en Jóhannesson tegen IJsland beperkt het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) de reikwijdte van het ne bis in idem-beginsel. Wanneer twee bestraffende procedures voldoende met elkaar samenhangen qua inhoud en tijdsverloop is geen sprake van een schending van het ne bis in idem-beginsel. In de conclusie bij de zaak Luca Menci van het Hof van Justitie van de Europese Unie is de A-G zeer kritisch op deze beperking in de rechtsbescherming en adviseert het Hof van Justitie de lijn van het EHRM niet te volgen.
Hoewel de arresten van het EHRM over het ne bis in idem-beginsel niet rechtstreeks van toepassing zijn op Nederland omdat het Zevende Protocol niet is geratificeerd, kan de invulling van het Europese verbod op dubbele bestraffing doorwerken in Nederland. Bovendien kan een beroep worden gedaan op het ne bis in idem-beginsel uit artikel 50 van het Handvest van de EU indien een lidstaat EU-recht ten uitvoer brengt. In het artikel gaan An en Judith in op de implicaties van de Europese ontwikkelingen voor de Nederlandse praktijk.