De Hoge Raad heeft op 14 oktober 2025 arrest gewezen in de zogenoemde martelcontainerzaak. De boodschap is helder: gewoontewitwassen kan uitsluitend worden gebaseerd op opzetwitwassen. Dit volgt naar ons oordeel ook duidelijk uit de wet. In het arrest van het hof Amsterdam was de bewezenverklaring van gewoontewitwassen echter gebaseerd op de schuldvariant. De Hoge Raad vernietigt daarom dit onderdeel van het arrest en oordeelt dat sprake is van grondslagverlating: het hof is uitgegaan van een andere bewezenverklaring dan de tenlastelegging en het wettelijk kader toelaten.
Lees hier alvast een voorproefje:
De casus is sprekend. Het hof had in de context van de beruchte martelcontainers diverse geldstromen aangemerkt als witwashandelingen, maar bij de herkomst vastgesteld dat de verdachte en zijn mededaders hoogstens hadden moeten vermoeden dat het om crimineel geld ging. Het hof overwoog dat de vele stortingen en overboekingen vrijwel direct na ontvangst werden overgeboekt naar de bankrekening van de medeverdachte of een bankrekening waarover de medeverdachte kon beschikken.
Vaak werd hierbij gebruik gemaakt van een omschrijving die niets te maken had met de daadwerkelijke bestemming van de gelden. En hoewel de verdachte wist dat de medeverdachte eigen bankrekeningen had, heeft hij geen vragen gesteld over de overboekingen. Ook was een relevante omstandigheid dat de verdachte bestuurder was geworden van een bedrijf waarbij hij geen enkele betrokkenheid had en waarover hij geen enkele kennis had.
In deze rol verrichtte de verdachte betalingen en opende zelfs de betreffende bankrekening, zonder vragen te stellen aan de medeverdachte. Gezien deze omstandigheden had de verdachte redelijkerwijs moeten vermoeden dat de betreffende gelden uit misdrijf afkomstig waren. Daarmee valt zijn wetenschap onder het bereik van artikel 420quater Sr en is de stap naar gewoontewitwassen in de zin van artikel 420ter Sr, dat opzet vereist, juridisch onhoudbaar.
De systematiek van de wet is hierbij doorslaggevend. Artikel 420bis Sr beschrijft opzetwitwassen; artikel 420quater Sr beschrijft schuldwitwassen; artikel 420ter Sr verhoogt de sanctie wanneer de dader van het plegen van witwassen een gewoonte maakt. ‘Gewoonte’ is daarbij geen zelfstandige delictsvorm, maar een kwalificatie die veronderstelt dat aan de bestanddelen van opzetwitwassen is voldaan. Dat volgt niet alleen uit de tekst en ontstaansgeschiedenis van de wet, maar wordt ook consequent zo uitgelegd in de rechtspraktijk en literatuur.
Lees hier het volledige artikel: #644: Geen gewoonte zonder opzet