Een steekproef is een efficiënte manier voor de Belastingdienst voor het uitvoeren van een belastingcontrole. Wij zien in de praktijk dat de steekproef dan ook vaak wordt gebruikt. Zo wordt bijvoorbeeld een aantal facturen gecontroleerd en als daaruit blijkt dat de aangifte fouten bevat, dan worden de resultaten van deze controle gebruikt voor het bepalen van de correcties. Ook zien we dat de resultaten worden geëxtrapoleerd naar andere tijdvakken. Een steekproefcontrole kan dan ook vergaande financiële gevolgen hebben. Een controle van beperkte informatie leidt dan tot correcties over meerdere jaren. Die correcties zijn niet op feiten gebaseerd maar op aannames. Dit mag uiteraard niet zomaar.
In Het Register bespreken Angelique Perdaems and Micha Verschoor de wijze waarop de controlerend ambtenaar moet handelen bij het nemen van een steekproef en welke rol de belastingadviseur heeft. Daarbij besteden zij in het bijzonder aandacht aan de bewijslastverdeling. Ook gaan ze in op extrapolatie van de resultaten van de steekproef en op de vraag of een boete kan worden gebaseerd op resultaten van een steekproef.
Wij geven u alvast een voorproefje van het artikel:
Bij een fiscale steekproef zijn drie zaken van belang: de regels die hiervoor gelden, de controleerbaarheid van de steekproef en de correcties na de streekproef.
Controlehandboek Belastingdienst
Het Controlehandboek is de leidraad voor de controlerend ambtenaar. Daarin is een aantal regels voor de steekproef 1 opgenomen. In het handboek wordt aller eerst opgemerkt dat bij een relatief beperkt aantal boekingen een integrale controle de meest efficiënte aanpak kan zijn. In veruit de meeste gevallen vindt de controle van de juistheid van transacties echter plaats aan de hand van een steekproef.
Als gekozen wordt voor het uitvoeren van een steekproef dan moet de controlemedewerker dit meedelen aan de belastingplichtige. Daarbij moet hij de uitgangspunten en de te volgen procedures aan de belastingplichtige uitleggen. Opgemerkt wordt dat als de belastingplichtige geen of beperkte kennis heeft van de statistische steekproef, de controleambtenaar hem moet
wijzen op het inschakelen van deskundige hulp.
Dit betekent dat in de praktijk vrijwel altijd moet worden gewezen op het inschakelen van deskundige hulp. Het uitvoeren van een steekproef is immers een specialisme dat de belastingplichtige niet zal beheersen maar ook de belastingadviseur doorgaans niet.
Controleerbaarheid van de steekproef
Een steekproef moet volgens de regelen der kunst worden genomen. In het Controlehandboek wordt een houvast geboden. Daarin is onder meer bepaald dat de steekproef uit een homogene populatie moet worden genomen en die populatie moet een bepaalde omvang hebben. Het is erg belangrijk om te controleren hoe de populatie is bepaald. Als bijvoorbeeld al een voorselectie
heeft plaatsgevonden waaruit blijkt dat voor bepaalde transacties geen facturen in de administratie zijn aangetroffen en uit alleen die populatie wordt een steekproef genomen waarbij de conclusie is dat er geen facturen aan de kostenaftrek ten grondslag liggen, dan is dit geen homogene populatie. De populatie is dan immers al geselecteerd.
De steekproef moet controleerbaar zijn en daarom is een goede documentatie erg belangrijk. De uitgangspunten moeten worden vastgelegd evenals de trekking van de steekproef. Na selectie van de transacties worden deze beoordeeld aan de hand van wet- en regelgeving en informatie die wordt opgevraagd uit de administratie van de belastingplichtige.
Correcties na de steekproef
Als de populatie niet kan worden goedgekeurd dan wordt een berekening van de foutprojectie gemaakt. Dit resulteert in een correctiebedrag. In deze fase krijgt de belastingplichtige de mogelijkheid om het bewijsvermoeden dat met de steekproef is ontstaan te ontzenuwen. De belastingplichtige kan dit bijvoorbeeld doen door:
- zelf een steekproef uit te laten voeren
- zelf een integrale controle uit te voeren
- te onderbouwen dat de fout slechts ziet op een deelpopulatie en niet op de hele populatie
Het is altijd belangrijk om goed na te gaan op welke gegevens de steekproef is gebaseerd. Op basis van het Controlehandboek moet de informatie waarop de steekproef is gebaseerd, worden verstrekt. En de wijze waarop de steekproef is uitgevoerd, worden medegedeeld. Aan de hand van die informatie kan de steekproef worden weerlegd. De steekproef heeft geen wettelijke basis in de Algemene wet inzake Rijksbelastingen. Niettemin heeft het toepassen van een steekproef wel verstrekkende gevolgen voor de belastingplichtige. Het is dan ook de vraag of de steekproef wel zulke vergaande gevolgen mag hebben.
Klik hier voor het volledige artikel over handvatten bij een steekproefcontrole of lees verder via het Register.