Straffen is nooit eenvoudig. Het is balanceren tussen de regels van de wet en de nuances van het leven. De vernieuwde Oriëntatiepunten voor straftoemeting en LOVS-afspraken, die recent van kracht zijn, bieden rechters een hernieuwde leidraad met als doel rechtseenheid. Maar zoals een kompas geen kaart vervangt, kan een richtlijn geen recht doen aan de complexiteit van een individuele zaak.
Want wat is rechtvaardigheid, anders dan maatwerk? Een standaardantwoord op een unieke situatie kan nooit de diepte van menselijk gedrag en de omstandigheden daarachter omvatten. Richtlijnen zijn wellicht nodig om enige consistentie te waarborgen, maar ze mogen niet leidend worden als ze het verhaal van de verdachte, het slachtoffer en de context onvoldoende ruimte geven.
In fraudezaken, waar de gevolgen vaak groot en abstract lijken, is die nuance essentieel. Een zaak uitgedrukt in cijfers vertelt bij uitstek niet het hele verhaal. Het geeft bijvoorbeeld geen inzicht in de duidelijkheid van de wet of hoe grijs een gebied is ā of wellicht was. Of welke technologische ontwikkelingen er gaande waren, om maar iets te noemen. De tijd, de plaats en de context mag niet worden onderschat. Het is aan de rechter om verder te kijken dan een tabel, om de kunst van het goede en billijke te beoefenen.
In de inleiding van de oriƫntatiepunten worden de relevante omstandigheden van elke zaak wel benoemd, maar daartegenover wordt het belang van rechtseenheid benadrukt. Hoewel de oriƫntatiepunten geen harde normen zijn, worden ze wel als uitgangspunten beschouwd.
Wat bieden de oriƫntatiepunten voor fraudezaken?
Lees meer in de nieuwe Vaklunch: #606: De strafmaat op de weegschaal

