In navolging van Rechtbank Noord-Nederland op 7 november 2024[1], heeft nu ook Rechtbank Den Haag op 22 juli 2025[2] geoordeeld dat de hoge belastingrentepercentages van 8% (2023) en 10% (2024) in strijd zijn met het evenredigheidsbeginsel (art.3:4 lid 2 AWB). Beide rechtbanken verklaarden art. 1, onderdeel b, van het Besluit belasting- en invorderingsrente (Bbi) onverbindend. Rechtbank Den Haag concludeerde dat de wetgever wel oog heeft gehad voor budgettaire belangen, maar de belangen van Vpb-ondernemers nauwelijks had meegewogen Daarmee was de regeling onevenredig.
De staatssecretaris van Financiën heeft op 16 april 2025[3] besloten dat bezwaarschriften die tegen belastingrente vanaf 1 oktober 2020 worden gemaakt – niet alleen vpb, maar ook andere belastingen zoals inkomstenbelasting – worden aangemerkt als massaal bezwaar. Let wel ondanks deze aanwijzing zal nog steeds individueel bezwaar moeten worden gemaakt. Anders verliest de belastingplichtige de mogelijkheid te kunnen meeliften met een gunstige (eind-)uitspraak van de (hoogste) belastingrechter.
De zaak van Rechtbank Noord-Nederland ligt inmiddels al bij de Hoge Raad via sprongcassatie. Hoger Beroep bij het Hof is overgeslagen. Vanwege de gevolgen die zijn uitspraak kan hebben, heeft de Hoge Raad op 23 mei 2025 verzocht ook anderen dan partijen in kwestie, schriftelijk hun visie te geven. Het is voor het eerst dat de belastingkamer van de Hoge Raad inbreng vraagt aan externe ‘meedenkers’ (amicus curiae). Tot en met 20 juni 2025 heeft de Hoge Raad iedereen de gelegenheid gegeven schriftelijk te reageren.
Wij doen graag een oproep aan de staatssecretaris van Financiën de belastingrente per direct aan te passen en te verlagen naar in elk geval 4%. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald zeggen we dan. Waarom wil je wachten op een oordeel van de Hoge Raad over een woekerrentepercentage van 8 en 10%…. Past ook goed in het licht van de moties Leijten en Elian[4], waarin wordt opgeroepen tot reflectie van de Rijksoverheid in juridische procedures. In de Kamerbrief van 4 juli 2025 en bijbehorende beslisnota[5] wordt opgemerkt dat de overheid niet moet procederen omdat het kan, maar alleen als het moet. Het is zaak dat een langslepend gebeuren zoals bij de toeslagen en box 3 wordt voorkomen als het de belastingrente betreft. En dan voor alle belastingplichtigen en niet alleen de (massaal)-bezwaarmakers.
[1] Rechtbank Noord-Nederland, 7 november 2024, ECLI:NL:RBNNE:2024:4361
[2] Rechtbank Den Haag, 22 juli 2025, ECLI:NL:RBDHA:2025:16368
[3] Inkomstenbelasting, aanwijzing bezwaren tegen het vanaf 1 oktober 2020 in rekening gebrachte belastingrente inkomstenbelasting en enige overige middelen als massaal bezwaar, DG Belastingdienst/Corporate Dienst Vaktechniek Besluit van 16 april 2025, nr. 2025-96279
[4] Kamerstukken II 2022/23,29 279, nr. 761
[5] Brief van Staatssecretaris van Rechtsbescherming Struycken van 4 juli 2025, kenmerk 6425040
Meer weten over woekerbelastingrente of heeft u andere vragen? Neem dan contact op met een van onze specialisten.