Expertises
Sanctiewetgeving
Op nationaal en internationaal niveau gelden er sanctiemaatregelen om mensenrechten, de algemene veiligheid en de rechtsorde te bewaken en te bevorderen. Deze maatregelen zijn dwingende, niet-militaire, politieke instrumenten die kunnen worden onderverdeeld in (inter)nationale verplichtingen, aanbevelingen en afspraken op het terrein van de handhaving en het herstel van de (inter)nationale rechtsorde dan wel de bestrijding van ongewenste handel, witwassen en terrorisme. De Sanctiewet 1977 vormt in Nederland de wettelijke grondslag ter uitvoering van deze (inter)nationale sanctiemaatregelen. De uitleg en toepassing van sanctiewetgeving in de praktijk is op dit moment weer een zeer actueel thema vanwege de sancties tegen Rusland.
Sanctiewet 1977
Op grond van de Sanctiewetgeving kunnen alleen sanctiemaatregelen worden afgekondigd om te voldoen aan verdragen, besluiten of aanbevelingen van organen van volkenrechtelijke organisaties evenals internationale afspraken[1]. In de praktijk zijn dat vooral besluiten en aanbevelingen van de VN Veiligheidsraad, alsmede van de Raad en Commissie van de EU. Sanctiemaatregelen hebben naar hun aard een tijdelijk karakter en kunnen met spoed in werking treden indien daartoe noodzaak bestaat. De maatregelen kunnen worden toegepast op elk denkbaar rechtssubject in Nederland (organisaties, (rechts)personen) en Nederlanders buiten Nederland.
Soorten maatregelen en sancties
Grofweg kunnen de sanctiemaatregelen in drie categorieën worden verdeeld: (i) sanctiemaatregelen tegen een specifieke staat (bij evidente schendingen van mensenrechten of een gewapend conflict); (ii) thematische sanctiemaatregelen (in het kader van ongewenste handel, witwassen en terrorisme), en (iii) sanctiemaatregelen die zien op mensenrechtenschendingen. Ook bestaan er verschillende soorten sancties: (a) financiële sanctiemaatregelen; (b) handelsbeperkingen; (c) wapenembargo’s en (d) reis- en visumbeperkingen.
De financiële sanctiemaatregelen – waarop onze expertise ziet – zijn vrij divers. Daarbij kan worden gedacht aan het bevriezen van (bank)tegoeden, het opleggen van restricties of verboden op bepaalde handel, op het (rechtstreeks) ter beschikking stellen van middelen en op het verlenen van (bepaalde) financiële diensten. Een voorbeeld van een handelsbeperking is dat eerst een vergunning moet worden verkregen, alvorens goederen mogen worden verkocht en geëxporteerd. In de praktijk moet u denken aan strafzaken of douanezaken, waarbij de vergunningsvoorschriften niet zijn nageleefd bij de verzending van strategische goederen, ‘dual use’ goederen of chemische stoffen. Landen of regimes waartegen sancties zijn uitgevaardigd zijn bijvoorbeeld Rusland, Iran, Irak, Libië en Syrië.
Sanctielijst
Het is op grond van de Sanctiewetgeving voor een ieder verboden om met ondernemingen, organisaties of personen die op de nationale, de EU- of de VN-sanctielijst staan zaken te doen. Dit houdt in dat niet (in)direct geld of andere financiële of economische middelen ter beschikking mogen worden gesteld aan deze personen of entiteiten.
Controle- en meldplicht van financiële instellingen en Wwft instellingen
Een aantal specifieke financiële instellingen, zoals banken en verzekeraars, en trustkantoren hebben voor de sanctieregelgeving te maken met extra verplichtingen ten aanzien van hun bedrijfsvoering voor het naleven van de Sanctiewetgeving. De Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandsche Bank zijn belast met het bestuursrechtelijk toezicht daarop.
Eén van de extra verplichtingen is dat door deze instellingen melding moet worden gedaan, zodra geconstateerd wordt dat de identiteit van een nieuwe of bestaande relatie overeenkomt met die van een (rechts)persoon of entiteit genoemd op een sanctielijst. Als dit het geval is, mogen geen financiële transacties worden gefaciliteerd. Dat betekent dat tegoeden van reeds bestaande relaties moet worden bevroren en ook geen nieuwe tegoeden beschikbaar mogen worden gesteld.
Onder een relatie in de Sanctiewet wordt begrepen ‘iedereen die betrokken is bij een financiële dienst of transactie’. De onderzoekplicht strekt dus verder dan alleen de cliënt (zoals het geval is bij de meldplicht op grond van de Wet ter voorkoming van financiering en witwassen). Het ziet bijvoorbeeld ook op de uiteindelijk belanghebbende (UBO) of de wederpartij van een financiële transactie.
Ook voor Wwft-instellingen is het relevant om de Sanctiewetgeving en de daarbij behorende lijsten goed in beeld te hebben bij hun cliëntonderzoek en het (eventueel) melden van ongebruikelijke transacties.
Handhaving van de Sanctiewetgeving
Op overtredingen van de sanctiemaatregelen is de Wet op de economische delicten van toepassing. Overtreding van de toezichtbepalingen kan worden afgedaan met een bestuurlijke boete. Overtreding van de regels en voorschriften in artikelen 2 en 7 Sanctiewet 1977 zijn misdrijven voor zover zij opzettelijk zijn begaan. Opzettelijke overtreding van voornoemde regels en voorschriften kan worden gestraft met een gevangenisstraf (max. zes jaren), een taakstraf of een geldboete (max. 5e categorie). Wanneer geen sprake is van opzet kan hechtenis (max. 1 jaar), een taakstraf of een geldboete (max. 4e categorie) worden opgelegd.
Heeft u vragen over de Sanctiewetgeving? Dan helpen wij u graag verder.
[1] Zie voor meer informatie ook de Leidraad Financiële Sanctieregelgeving.
In een notendop
Sanctiewet 1977
Sanctielijst
Controle- en meldplicht van financiële instellingen en Wwft instellingen
Handhaving Sanctiewetgeving
Gerelateerd
Neem contact op met onze specialisten
Mr. A.A. (Anke) Feenstra
Mr. J.N. (Judith) de Boer
Mr. G.M. (Mariëlle) Boezelman
Kennisartikelen over dit onderwerp
Fiscaal sanctierecht. TvS&O 2022, nr 2/3
In de periodiek terugkerende actualiteitenrubriek van het Tijdschrift voor Sanctierecht & Onderneming verzorgt Kim Demandt de rubriek fiscaal…