De bijstand bij verhoor van advocaten is de laatste tijd veel in het nieuws geweest. Kern van de discussie is – naast de gemaximeerde vergoeding voor de advocaat voor de verhoorbijstand – de rol van de advocaat bij het verhoor. Het wetsvoorstel, de Beleidsbrief van het OM, de Richtlijn 2013/48/EU en de jurisprudentie van het Europese Hof van de Rechten van de Mens lijken allemaal een eigen invulling hieraan te geven. Is de weg die Nederland is ingeslagen met betrekking tot de verhoorbijstand wel conform de Europese voorschriften? Daarop gaan we verder in.
Lees hier alvast een voorproefje:
Nadar de Hoge Raad de taak op zich had genomen om in vulling te geven aan de verhoorhijstand, volgde een Beleidsbrief van het OM alsook een kort geding dat werd aangespannen door de NVSA. Lidstaten hebben nog tot uiterlijk 27 november 2016 om uitvoering te geven aan Richtlijn 2013/48/EU 1(h ierna: Richtlijn). Hoe de verhoorbijstand moet worden ingevuld is onderwerp van discussie.
In dit artikel gaan wij in op de onrwikkeling van de verhoor bijstand, zoals die voortvloeit uit de jurisprudentie van her EHRM en de Richtlijn. Door de Beleidsbrief en de gewezen jurisprudentie heeft Nederland invulling gegeven aan de verhoorbijstand. De vraag is of deze invulling EHRM-proof is. Daarbij wordt gekeken naar de uitwerking van de ver hoorbijstand in Nederland, op basis van de rechtspraak van de Hoge Raad en de Beleidsbrief. Tevens wordt gekeken naar de recente jurisprudentie van her EHRM en de Nederlandse rechtspraak uit 2016 over dit onderwerp.
Lees verder:Â Bijstand van de advocaat bij het verhoor: loopt Nederland in de pas met Europa? Strafblad 2016/51Â