Opzet is niet zelden een delictsbestanddeel in fiscale straf- en boetebepalingen. De invulling van het opzetbegrip is daarmee van groot belang of de rechter de beboetbare of strafbare gedraging bewezen acht. Een vraag die de rechter dient te beantwoorden is of de (verdachte) belastingplichtige opzettelijk heeft gehandeld of dat slechts kan worden gesproken van grove schuld. Het nalaten van onderzoek en het niet doorvragen naar feiten plegen veelal in verband te worden gebracht met culpa. Toch wordt het verwijt van opzet door het OM en de fiscus in sommige gevallen ingekleurd door onzorgvuldigheid. In dit artikel analyseren Kim Demandt en An Klaasse zowel de strafrechtelijke als de fiscale jurisprudentie om te bezien in hoeverre het nalaten van onderzoek een rol kan spelen bij de bewezenverklaring van opzet.