Vanaf 27 september 2020 zijn ondernemingen verplicht om hun eigenaren of de personen die zeggenschap hebben in het UBO-register in te schrijven. Het UBO-register gaat deel uitmaken van het Handelsregister van de Kamer van Koophandel (KVK). Er geldt een overgangsperiode tot 27 maart 2022 om de inschrijving te regelen. Doel van het register is het tegengaan van financieel-economische criminaliteit, zoals witwassen van geld. De link met de Wwft is dan al snel gelegd. Een Wwft-instelling, zoals een belastingadviseur of een accountant, is verplicht om bij cliëntenonderzoek gebruik te maken van informatie uit het UBO-register. Het UBO-register brengt echter niet alleen gemak voor Wwft-instellingen. Er is immers niet alleen bepaald dat Wwft-instellingen zich niet uitsluitend op het UBO-register mogen baseren maar er is ook een terugmeldplicht in de wet gekomen. Daarover gaat deze editie van Hertoghs Beschouwt.
De terugmeldplicht
Artikel 10c van de Wwft luidt als volgt:
- Een instelling doet melding aan de Kamer van Koophandel van iedere discrepantie die zij aantreft tussen een gegeven omtrent een uiteindelijk belanghebbende dat zij verstrekt heeft gekregen uit het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007, en de informatie over die uiteindelijk belanghebbende waarover zij uit anderen hoofde beschikt.
- (…)
- Het eerste lid is niet van toepassing indien een instelling op grond van artikel 16 een verrichte of voorgenomen ongebruikelijke transactie meldt aan de Financiële inlichtingen eenheid.
- Ten behoeve van de naleving van de verplichting, bedoeld in het eerste lid, zijn de instellingen, bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdeel c, niet gehouden aan de geheimhoudingsplicht, bedoeld in artikel 11a van de Advocatenwet, en zijn de instellingen, bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdeel d, niet gehouden aan de geheimhoudingsplicht in artikel 22 van de Wet op het notarisambt.
Het niet voldoen aan deze terugmeldplicht is toegevoegd aan de lijst van beboetbare en strafbare feiten die voortvloeien uit de schending van verplichtingen uit de Wwft (artikel 30 Wwft en artikel 1 WED). Het is dus zaak om deze verplichting nader te bezien en de kaders hiervan te verwerken in de kantoorprocedures over het cliëntenonderzoek.
(Vanaf) wanneer geldt de terugmeldplicht?
In de eerste achttien maanden na 27 september 2020 geldt een overgangsperiode. De terugmeldplicht voor Wwft-instellingen geldt al in de overgangsperiode. Een specifieke voorziening hiervoor zal vanaf 1 december 2020 beschikbaar komen op de website van de Kamer van Koophandel. Alle geconstateerde afwijkingen tot 1 december 2020 dienen alsnog te worden gemeld, tenzij de afwijking alsnog is hersteld. Als een entiteit in de overgangsperiode nog geen gegevens over diens uiteindelijk belanghebbenden heeft geregistreerd, is het niet mogelijk om een terugmelding te doen. In de overgangsperiode is het dus alleen mogelijk om een discrepantie met een geregistreerde UBO te melden. Als na de overgangsperiode wordt geconstateerd dat een entiteit geen UBO’s heeft geregistreerd, moet dit eveneens worden teruggemeld.
Een verschil tussen de informatie uit het cliëntenonderzoek en de informatie uit het Handelsregister betekent niet dat geen zakelijke relatie met de cliënt kan worden aangegaan. De uitkomst van het cliëntenonderzoek is hierin doorslaggevend volgens de website van de Kamer van Koophandel en de Algemene Leidraad Wwft van de Ministeries van Financiën en Justitie en Veiligheid.
Op grond van lid 3 van artikel 10c Wwft geldt de terugmeldplicht niet als er een melding is gedaan van een ongebruikelijke transactie bij FIU Nederland. Dat hangt samen met de geheimhoudingsplicht van een dergelijke melding. Het ‘tipping off’-verbod van artikel 23 van de Wwft ziet niet op deze terugmeldplicht. Het is derhalve toegestaan om de cliënt te informeren dat de Kamer van Koophandel is geïnformeerd over een verschil in informatie omtrent de UBO van een entiteit. De keuze tussen de terugmeldplicht en de meldplicht lijkt op het eerste gezicht niet eenvoudig. Vermoedelijk zal de terugmeldplicht beperkt blijven tot nog niet doorgegeven wijzigingen te wijten aan wat achterstand in de administratieve hygiëne zogezegd. Als een cliënt onjuiste UBO-informatie verstrekt of als de Wwft-instelling stuit op informatie die wezenlijk afwijkt van de informatie in het Handelsregister, dan lijkt dit eerder aanleiding voor nader onderzoek en wellicht een melding van een ongebruikelijke transactie.
Of het UBO-register voor Wwft-instellingen een lust of een last gaat zijn, moet dus nog blijken.