Op 11 december 2020 heeft de Hoge Raad arrest gewezen in een door ons cassatieteam ingesteld cassatieberoep. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep gegrond verklaard en de zaak teruggewezen naar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, CuraƧao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
De procedure gaat over de heffing van loonbelasting over fictief vastgestelde fooien bij casinoās. In lagere regelgeving (de MinisteriĆ«le Beschikking) is bepaald dat de door de werknemers genoten fooien fictief worden vastgesteld op 10 procentĀ van de omzet van het casino. Betoogd is dat de MinisteriĆ«le Beschikking waarin deze fictie is opgenomen onverbindend is omdat dit geen verband houdt met de werkelijk ontvangen fooien. In een casino wordt de fooi niet bepaald aan de hand van de totale omzet van het casino, zoals bij een restaurant wel gebeurt als de fooi wordt gebaseerd op de hoogte van de rekening. Het Gemeenschappelijk Hof oordeelde dat de MinisteriĆ«le Beschikking niet onverbindend was. Mede tegen dat oordeel hebben wij in samenwerking met BSZE Tax Lawyers cassatie ingesteld.
De Hoge Raad overweegt dat na verwijzing onderzoek moet worden gedaan naar de gronden waarop de Minister heeft vastgesteld dat 10 procent van de omzet voldoende verband houdt met de fooien die casinoās op Sint Maarten werkelijk ontvangen. Als dat onderzoek uitwijst dat er geen verband bestaat tussen het fictief vastgestelde bedrag aan fooien en het bedrag aan fooien dat casinoās werkelijk plegen te ontvangen, dan is de Beschikking onverbindend. Dat de Beschikking voorziet in een tegenbewijsregeling maakt dat niet anders. Hierover zal het Gemeenschappelijk Hof zich na verwijzing gaan uitlaten.