Spring naar content

Vaklunch #643: De volmacht aan de griffier: formaliteit of formalistisch?

20 oktober 2025

Dagelijks worden procespartijen geconfronteerd met dwingende termijnen en vormvereisten. Soms beslist één zin over het verschil tussen toegang tot de rechter en een gesloten deur. Dat geldt in het bijzonder voor de volmacht bij het aanwenden van gewone rechtsmiddelen. Hoe strikt moet die volmacht zijn, en hoeveel vorm verlangt de wet? Die vraag staat centraal in een recente conclusie van advocaat-generaal Spronken.

Lees hier alvast een voorproefje van het artikel:

Het recht zich te beklagen, het instellen van hoger beroep en het instellen van cassatieberoep gelden als gewone rechtsmiddelen. Dat maakt dat de artikelen 449 e.v. Sv van toepassing zijn.  Op grond van artikel 450 lid 1 Sv, kan een rechtsmiddel, zoals bedoeld in artikel 449 Sv, óók geschieden door tussenkomst van een advocaat, indien deze verklaart daartoe door degene die het rechtsmiddel aanwendt, bepaaldelijk 1 te zijn gevolmachtigd (sub a), dan wel door tussenkomst van een vertegenwoordiger die daartoe persoonlijk, door degene die het rechtsmiddel aanwendt, bij bijzondere volmacht schriftelijk is gemachtigd (sub b).

Voor de schriftelijke bijzondere volmacht aan de griffiemedewerker schrijft het derde lid voor dat de verdachte instemt met aanstonds ter griffie in ontvangst nemen van de oproeping voor de terechtzitting. 2 Leest men de wet strikt naar de letter, dan machtigt de belanghebbende zélf de griffiemedewerker.

De Hoge Raad heeft echter aanvaard dat een bepaaldelijk gevolmachtigd advocaat een bijzondere schriftelijke volmacht aan de griffiemedewerker kan verlenen, indien wordt voldaan aan bepaalde vereisten. 3 Dit omdat de wet nog niet voorziet in een uitzondering voor de advocaat die namens zijn cliënt schriftelijk een rechtsmiddel wil aanwenden. 4 De vorm waarin de volmacht is gegoten is minder doorslaggevend dan de evidente bedoeling om rechtsgeldig een rechtsmiddel aan te wenden. Dit heeft twee belangrijke gevolgen.

Ten eerste dat het ontbreken van de woorden ‘bepaaldelijk gevolmachtigd’ of ‘bijzondere volmacht griffiemedewerker’ op zichzelf bezien niet fataal is, zolang uit de context blijkt dat beoogd is om via de griffie het rechtsmiddel in te stellen. Ten tweede dat gebreken kunnen worden geheeld door latere proceshandelingen. Als de advocaat vervolgens een cassatie- of appelschriftuur indient en daarin uitdrukkelijk verklaart dat hij daartoe bepaaldelijk is gevolmachtigd, wordt daarin de bevestiging gelezen dat op het beslissende moment beoogd was een rechtsgeldig rechtsmiddel aan te wenden.

In onderhavig geval had de advocaat in een e-mail aan de griffie van de rechtbank vriendelijk verzocht de bijgevoegde cassatiestukken ‘in behandeling te nemen’, dus zonder expliciete aanwijzing dat de griffier gemachtigd is om het rechtsmiddel in te stellen. AG Spronken concludeert tot ontvankelijkverklaring van het cassatieberoep, wat past in de jurisprudentiële lijn.

Lees het volledige artikel hier: #643: De volmacht aan de griffier: formaliteit of formalistisch?